Tijdens de ALV van het Watersportverbond op 17 mei jl. was een van de agendapunten wijzigingen in de statuten van het Watersportverbond. Deze wijzigingen waren ingegeven door noodzakelijke actualisatie, organisatorische wijzigingen en door aansluiting van het Watersportverbond bij het Instituut Sportrechtspraak (ISR). De statuten van de Kralingsche Zeilclub zullen ook worden geactualieerd. Hieronder een artikel van het Watersportverbond wat dit voor de verenigingen gaat betekenen.
Het Instituut Sportrechtspraak geeft invulling aan het tuchtrecht voor een groot aantal sportorganisaties. Het voert onderzoek uit en beoordeeld op objectieve en onafhankelijke wijze de aangiften en geschillen die aan hun worden voorgelegd.
Daar waar mensen samenkomen wil je een veilige omgeving, zeker als je met vrijwilligers te maken hebt. Zo willen wij dat ook op onze watersportverenigingen en binnen de organisatie van het Watersportverbond. Dat moet goed en vooral onafhankelijk geregeld zijn.
Het is ook een maatschappelijke tendens. Er zijn te veel voorbeelden, ook in de sport, waaruit blijkt dat iedereen erbij gebaat is dat een veilig sportklimaat gewaarborgd is. Je hebt het dan niet alleen over gedupeerden, maar ook over bestuurders van de vereniging waar een voorval is. Het brengt veel rust, overzicht en transparantie voor een hele vereniging als je weet dat je bij een onafhankelijke instantie terecht kan bij ongewenst gedrag.
Dat klopt. Op dit moment zijn er gedragsregels en beleidslijnen volgens welke verenigingen een veilig sportklimaat kunnen organiseren. Echter, de onafhankelijkheid hierin mist. Op dit moment keurt de slager zijn eigen vlees. In de ergste situatie wil zowel het slachtoffer als de bestuurder van een vereniging zich kunnen wenden tot een onafhankelijk orgaan. Er zijn helaas te veel voorbeelden in de sport waarbij de interne tuchtrechtspraak als ontoereikend is ervaren. In die situatie moet je als bond en vereniging gewoon niet terecht willen komen.
Ten aanzien van tuchtrecht in de sport kunnen de meeste mensen inderdaad een voorstelling maken. Het gaat dan om doping en matchfixing in competitief en topsport verband. Maar het gaat ook over machtsmisbruik, vrouwonvriendelijk gedrag, seksueel misbruik e.d.. En dat kan ook plaatsvinden op verenigingen met een focus op recreatie. Bijvoorbeeld een vrijwilliger die zich in het nauw gedreven voelt, vrouwonvriendelijke uitingen in een appgroep of in een vergadering. Dat kan maken dat iemand zich niet veilig voelt op zijn/haar vereniging. Als bestuur moet je willen dat iedereen zich veilig en thuis voelt op de vereniging.
Door ons aan te sluiten bij het ISR en het daarmee onafhankelijk te borgen, spreken we met elkaar af dat we allemaal een veilig sportklimaat willen in de watersport. Iedereen die geen uitweg ervaart binnen de vereniging of de bond voor een probleem of voorval, kan zich wenden tot een onafhankelijk orgaan. Wij als Watersportverbond staan daarvoor. Wij willen dit en vinden dat elke vereniging die lid van ons is dat moet willen.
En ja, er is ook altijd nog het strafrecht, maar je wil de weg afleggen: cultuur-tuchtrecht-strafrecht. Daar is iedereen bij gebaat.
Om een veilig sportklimaat te kunnen waarborgen moet je een afspraak met elkaar maken. Het individu en de (sport)organisatie spreken met elkaar af zich te houden aan bepaalde (gedrags)regels. Aangezien het Watersportverbond in deze namens de verenigingen een samenwerking aangaat met de ISR, is een individuele rechtsverhouding tussen de sporter en de bond noodzakelijk. Dit kan op twee manieren.
*De verenigingen met leden die gerechtigd zijn aan wedstrijdactiviteiten deel te nemen, zijn (artikel 6, lid 2) al verplicht in hun statuten een bepaling op te nemen waarin de statuten en reglementen van het Watersportverbond van toepassing worden verklaard op deze leden.
Tijdens de ALV werd de route via wijziging van de statuten voorgelegd aan de verenigingen. Daar kwamen toen veel vragen over. Het bestuur is daarop hernieuwd in overleg gegaan met het ISR (en NOC*NSF) om nog beter helder te krijgen wat de eisen zijn van het ISR en waarom, vooral ten aanzien van de recreatieve watersporter. Het ISR heeft een voorkeur voor én de statutaire koppeling én de directe rechtsverhouding. Wij zetten in op de mogelijkheid van een licentie voor de recreatieve watersporter i.c.m een gedragscode om de rechtsverhouding vorm te geven. Daarbij sturen wij aan op een gefaseerde invoering hiervan. Daar komt een vervolggesprek over met het ISR.
Daarnaast is geconcludeerd dat het te veel over de ‘hoe’ (aansluiting bij ISR) en te weinig over de ‘wat’ (veilig sportklimaat) is gegaan. Het bestuur wil daarom in samenwerking met het bureau de komende maanden het belang van een veilig sportklimaat duidelijk maken, toelichten en van voorbeelden voorzien. Dit doen we hier op de website en in de nieuwsbrieven. Na de zomervakantie volgen er ook (online) sessies om met elkaar in gesprek te gaan over dit onderwerp en de vervolgstappen. De vergelijkbare ‘coronasessies’ pakten volgens ons dit voorjaar goed uit.
Het had gisteren al gemoeten! Wij zijn een van de enige sportbonden die nog niet is aangesloten bij de ISR. Ook de KNRM en het KNMC zijn aangesloten, de 2e kamer stelt steeds vaker vragen over een veilig sportklimaat, dankzij het ISR komen gevallen nu aan het licht en is het schokkend te merken hoe vaak en hoe dichtbij het voorkomt. Het is naïef en onverstandig te denken dat dit niet op je eigen vereniging kan voorkomen.